HOOFDSTUK VII
HET LAK DHUIZ EKDO RP
'S GRAV ELAND
De tot dusver door ons beschreven dorpen zijn
typische zandgrond-dorpen, die zonder voorafge-
maakte plannen en berekeningen, als vanzelf zijn
gegroeid uit de eenvoudige nederzettingen van en
kele verspreid liggende huizen en die zich daarom
vooral kenmerken door een onregelmatigen aanleg.
De wel planmatige veranderingen en uitbreidingen
der laatste jaren ten spijt, is het toch niet gelukt die
onregelmatigheid ongedaan te maken,
's Graveland daarentegen draagt juist wel het ka
rakter volgens van te voren uitgewerkte plannen
aangelegd te zijn. Dientengevolge is de plattegrond
van dit dorp een en al regelmatigheid en strakheid.
Vanzelfsprekend is ook het stichtingsjaar van
's Graveland precies bekend, geheel in tegenstelling
dus met de overige Gooische dorpen.
Nog in het begin van de 17de eeuw was het weste
lijk deel van Gooiland, waar nu 's Graveland ligt,
moerassig en onbewoonbaar. Dit oord moet reeds
ten tijde der graven van Holland met den naam
,,'s Graven landen" zijn aangeduid en diende wel
licht als grafelijk jachtterrein.
Eenige aanzienlijke Amsterdamsche Heeren, waar
onder Pieter Cornelisz. Hooft, Drost van Muiden
en Baljuw van Gooiland, richtten in 1625 een ver
zoekschrift tot de Staten van Holland en West-
Friesland, om tegen zekere vergoeding de moeras-
90