behoorenden sleutel. De onderlinge strijd van de slotenmakers is in dien tijd zeer hevig geweest en een stroom van uitvinders kwam opdagen. Nie mand kon echter iets aanbieden, dat beter was, of zelfs maar vergeleken kon worden met de klavier constructie van Mr. Jeremiah Chubb, die er in 1818 patent op kreeg. Het huis Chubb heeft steeds op slotengebied een vooraanstaande plaats inge nomen en ook Charles Chubb en zijn zoon John hebben vele verbeteringen uitgevonden en gepa tenteerd. Mr. F. J. Butter, die jarenlang in ge noemde firma een leidende positie bekleedde, heeft een boek geschreven: „Locks and lock- making", dat voor belangstellenden zeer lezens waardig is. Het origineele Chubb-slot had vier klavieren; later werd ook een verdekbus om het sleutelgat aangebracht en tenslotte volgde de toepassing van een bijzonder klavier, „de Detector". Alvorens de werking van de klaviersloten verder te verklaren, volgt hier eerst nog iets over het opensteken van sloten. „Opensteken" noemt men het openen van sloten met behulp van andere werktuigen dan den bijbehoorenden sleutel. Van zelfsprekend zal ik mij er van onthouden, hier een lesje in deze kunst te geven. Ze vereischt bovendien vakkennis en praktijk in die mate, dat men als het ware aan het sleutelgat van een slot kan zien, welke veiligheid het slot van binnen heeft. Goede sloten 66

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1943 | | pagina 93