van myrrhe en de myrrhe liep langs mijne vingers op het handvatsel van het slot". Ook in Nehemia III 3 en Richteren III 23 wordt gesproken van grendels en sleutels. Het oudste slot, dat is ontdekt, wordt beschreven door Mr. Bonomi in zijn boek over Mesopotamië. Dit is het slot, dat hij aan trof op een hek in een der zalen van de paleizen te Khorsabad in Assyrië en hij verhaalt hierover het volgende: „Aan het eind van de zaal, juist achter de eerste zuilen, was een éénvleugelig hek, dat in gesloten stand werd gehouden door een zwaar houten slot van het type, zooals dit nog heden in het Oosten wordt gebezigd voor graanschuren en stadspoorten. De sleutel hiervan was zoo groot, als een man nog juist behoorlijk kon dragen. De sleu tel paste in een grendel, welks vooreinde in een groot vierkant gat in den muur schoof. Zulk een sleutel wordt voorzeker door den Profeet bedoeld, als hij schrijft (zie Jesaja XXII 22): „En den sleutel van het huis van David zal ik op Uwe schouders leggen". Ook heden nog is het in het Oosten gebruikelijk dergelijke sleutels over den schouder te dragen. Eveneens is het opmerkelijk, dat voor sleutel in den bijbel het woord „Muftah" wordt gebruikt, hetzelfde woord, dat nog heden in het Oosten hier voor gangbaar is. De sleutels van dergelijke hou ten sloten wisselen in lengte van 25 tot 65 c.M., naargelang zij dienst doen voor kleinere of groo- 23

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1943 | | pagina 32