de tuimelaar van twee armen voorzien, die beide deze taak kunnen verrichten. Een knop draait, in tegenstelling met de kruk, om zijn eigen aser is dus veel minder kracht noodig om hem in den neu tralen stand terug te brengen. Ook kan men met een knop minder kracht zetten dan met een kruk. Daarom is voor een knop een zwakkere veer vol doende. Het verschil tusschen kruk- en knopbe- weging is aan menigen timmerman onbekend. Men gaat naar een ijzerwinkel en koopt een slot, dat alleen in afmeting voldoet aan de behoefte. Dikwijls komt het dan ook voor, dat op die wijze op een knopbewegingslot krukken worden ge plaatst, met als gevolg, dat de krukken gaan han gen en, wat erger is, door hun gewicht den dag- schoot medenemen in open stand, waardoor de deuren bij den minsten tocht openspringen. Men zegt dan: het slot deugt niet, doch de werkelijk heid is, dat men door gemis aan vakkennis een goed artikel misbruikt. Waar het te ver zou voeren, allerlei buitendeur sloten aan te halen en te beschrijven, zullen hier slechts een paar soorten worden behandeld, die het meest voorkomen. Als eerste eisch moet zeker aan buitendeursloten gesteld worden, dat zij sterker en zwaarder zijn geconstrueerd dan kast- of kamerdeursloten. Als tweede eisch, dat bij deze sloten-typen, zoowel de dag- als de nachtschoot dan alleen mag func- 85

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1943 | | pagina 124