Zij hebben zich in 1626 in Maastricht gevestigd en hun
klooster dagteekent ook uit dien tijd. Een halve eeuw later,
in 1672 werden klooster en kerk driemaal zoodanig door
brand geteisterd, dat de herstelwerkzaamheden meer dan
twintig jaar in beslag namen.
De kerk, waarvan in 1686 de eerste steen werd gelegd,
werd eerst in 1710 gewijd.
De voorgevel, waarvan de voet uit blokken van Naam-
sche steen bestaat, wordt door vier pilasters met Ionisch
kapiteel in drie partijen verdeeld. Een zware, geprofileer
de kroonlijst draagt een driehoekig fronton, waarbinnen
zich een gebeeldhouwd reliëf bevindt, dat de Verrijzenis
van Christus voorstelt.
De voorgevel heeft verschillende veranderingen onder
gaan. In de middenpartij bevond zich vroeger de ingang,
die thans door een venster vervangen is. Daarboven geeft
op den bovendorpel een tijdvers het jaartal 1709 aan. De
zijtraveeën zijn smaller dan de middenpartij en hebben
vroeger nissen bezeten, waarvoor later vensters in de
plaats zijn gekomen.
Van het rijk versierde kerkinterieur met marmeren vloer,
mooie altaren en kostbare schilderijen is thans niets meer
overgebleven, evenmin als van den klokkentoren.
De kloostergebouwen laten in de gevels den ouden, 17e
eeuwschen toestand nog gedeeltelijk onderkennen. Overi
gens zijn kerk en klooster momenteel in een dergelijk ver
val geraakt, dat de plannen, die ontworpen zijn om het
gebouwencomplex te verbouwen ter huisvesting van de
Middelbare Kunstnijverheidsschool, zoo spoedig mogelijk
verwezenlijkt dienen te worden. Alleen op deze wijze is dit
brokje vervallen schoonheid voor Maastricht nog te be
houden.
Behalve de bovengenoemde kerken zijn er nog een aantal
kapellen en kloostergebouwen, die eveneens uit de 17e
eeuw dagteekenen. Zoo is er nog het schilderachtig, bij het
Pater Vincktorentje en de Helpoort gelegen Feilzuster-
kloostertje met zijn aardig, knus geveltje, dat eigenlijk
slechts een deel vormt van de vroegere kloostergebouwen.
83