twintigtal jaren later verplaatsten zij hun convent naar
de thans verdwenen Bokstraat, waar kerk en klooster in de
16e eeuw zoo in verval raakten, dat er plannen voor een
nieuw klooster moesten worden gemaakt.
Het nieuwe klooster was omstreeks 1650 voltooid en de
nieuwe kerk werd korten tijd later, op 27 Mei 1661 door
den Luikschen wijbisschop ingewijd. Evenals de meeste
andere kloosters werd het Augustijnenklooster in 1796
opgeheven en werd de kerk van al het kerkmeubilair, de
mooie schilderijen van Quellinus incluis, beroofd.
De kerk heeft sinds laatstgenoemd jaar verschillende be
stemmingen gehad, zooals van armenschool, garnizoens
schouwburg en distributiekantoor. In 1920 werd begonnen
met de restauratie van de kerk en de kloostergebouwen.
Deze laatste verkeerden echter in zoo'n jammerlijken toe
stand, dat tot afbraak moest worden overgegaan, terwijl
slechts een klein gedeelte van den voorgevel kon behouden
blijven. De thans aan de Kesselskade gelegen kerk is als
parochiekerk ingericht.
Evenals de voormalige Jezuïetenkerk is de Augustijnen
kerk, zooals vele Barokkerken elders, eenbeukig. Hoewel
de bouwmeester niet bekend is, kan deze kerk gemakkelijk
gegroepeerd worden bij de scheppingen der Vlaamsche
Barok, die ook in deze streken in de 17e eeuw toonaan
gevend was. Men behoeft bijvoorbeeld maar alleen den
voorgevel te vergelijken met dien der kerk van de Brigi-
tinessen te Brussel, waaraan een jaar na de wijding der
Maastrichtsche kerk werd begonnen, om tot de conclusie
te komen, dat tusschen beide fagaden een treffende over
eenkomst bestaat.
Beide kerken hebben een door pilasters in drie partijen
gedeelden voorgevel, waarvan de geledingen door forsche
geprofileerde lijsten gescheiden zijn. De top van de Augus
tijnenkerk heeft in afwijking van de Brusselsche kerk, een
afzonderlijke tusschengeleding. De middenpartij bevat de
met een rondboog gedekten ingang, waarboven een car
touche met opschrift. Boven de cartouche bevindt zich een
groot rondboogvenster, dat in de tweede geleding door
81
Maastricht. 6