5. Renaissance- en Barokkerken. a. Algemeen. De cultureele beweging, die met den naam Renaissance wordt aangeduid en in het Europeesche geestesleven een zoo belangrijke plaats heeft ingenomen, beteekent geen plotselinge breuk met de haar voorafgaande periode der Middeleeuwen, integendeel. Reeds in de 14e eeuw zet de verandering in van de geestesgesteldheid, die de Middel eeuwen als cultuurperiode doen eindigen en haar tevens onder bepaalde vormen in de Renaissance laten voort bestaan. Zoo is het in het geestesleven in het algemeen, zoo is het op het gebied van de kunsten in het bijzonder, zoo is het ten slotte a fortiori in de bouwkunst. De laat-gothiek, die geen ten ondergang neigende Gothiek is, doch een zich vernieuwende stijlperiode beduidt, levert voedingsbronnen voor de zich baanbrekende nieuwe stroo ming der Renaissance en deze op haar beurt weer voor de Barok. En zoozeer bestaat er verband om niet te zeggen verbondenheid tusschen laat-gothiek en Renaissance, dat men van de Italiaansche Renaissance heeft kunnen getui gen, dat zij eigenlijk de ontwikkeling was der middel- eeuwsche kunst van Italië onder den intellectualistischen invloed van het humanisme. En tenslotte de Barok! Heeft dit woord niet reeds een der gelijk vloeiende beteekenis, dat men evenzeer in het ro- maansch als in de laat-gothiek barokke elementen meent te kunnen ontdekken en met rechtZoo heeft dit woord de beteekenis gekregen van: grillig en wonderlijk, mateloos en hevig, geheimzinnig en extatisch. In engeren zin duidt dit woord Barok den nieuwen, trans- cendentalen stijl aan, die zich omstreeks 1600 over geheel Europa gaat verbreiden en waarin, onder den invloed vari de Spaansche Gothiek, „de beeldhouwkunst en schilder kunst als plastische vertolking van ruimtelijke emoties met de bouwkunst samensmelten tot een synthetische ruimte kunst van overheerschend rythmisch en muzikaal karak- 76

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1943 | | pagina 89