ring zeer te lijden, zoozeer zelfs, dat het klooster onbe
woonbaar was geworden. Kort daarna begonnen de kloos
terlingen aan de herstelwerkzaamheden, doch het klooster
verkreeg niet meer den ouden bloei, hoewel de Kruishee-
ren tot 1796 in het ongestoord bezit van hun gebouwen
zijn gebleven, in tegenstelling met de zwaarder beproefde
Franciscanen. Na de opheffing van het klooster in 1796
hebben kerk en klooster nog verschillende bestemmingen
gehad zooals van munitiemagazijn en garnizoensbakkerij.
De daardoor geleden schade heeft de grondige restauratie
van 1905 noodzakelijk gemaakt, waardoor wederom een
mooi Gothisch gebouwencomplex is ontstaan.
De Kruisheerenkerk, die van veel jongeren datum dan de
Dominicanen- en oude Minderbroederskerk is, verschilt
van deze, doordat zij een typische laat-gothische kerk is.
Zij draagt de kenmerken der laat-gothiek, die over het al
gemeen een vertraging van het rythme en een verzwakking
van de verticale lijn vertoont. Zoo worden de intercolum-
niën of de ruimten tusschen de kolommen van de midden-
beuk wijder, de spitsbogen meer rondbogig en de vensters
minder hoog en smal. De opwaartsche stuwing van de ver
ticale lijn wordt verminderd bij de structuur der gewelven,
die van typische kruisribgewelven tot netgewelven van bij
zondere, breede structuur evolueeren. Een gevolg van de
minder hooge vensters is, dat de werking van het licht,
vooral in de middenbeuk, tot een spel verwordt van licht
en schaduw.
Bijna al deze kenmerken der laat-gothiek vinden wij terug
in de Kruisheerenkerk te Maastricht, die de laatste kerk is
uit een stijlperiode, die zich reeds in een nieuwe richting
ging ontwikkelen. Dit blijkt ook nog uit het volgende.
De spitsboogvensters van de koorsluiting zijn anders dan
die bij de andere Maastrichtsche Gothische kerken, doordat
zij niet tot aan de rondom het gebouw loopende, geprofi
leerde waterlijst doorloopen, dus daardoor minder hoog
zijn en ook breeder. Bovendien heeft het middenschip lage,
breede spitsboogvensters, die de kerk niet zooveel licht
geven. Evenals bij de St. Janskerk bevinden zich de lucht-
74