zullen wij beginnen met de beschrijving van den toren ten
einde het verband met het voorafgaande vast te houden.
Deze toren, die gemeten tot aan de spits 70 m hoog is,
omvat drie vierkante geledingen, waarvan de tweede en
derde even van elkaar terugspringen. De derde geleding
vertoont aan iedere zijde een diepe, geornamenteerde spits
boognis, door spaarvelden geflankeerd. De vierde geleding
bestaat uit een slanke, achtkantige lantaarn, welke niet met
den onderbouw is verbonden. Acht slanke, open spitsboog
vensters accentueeren de verticale lijn en geven aan den
geheelen toren een sierlijke en lichte openheid en rank
heid.
De onderbouw van de kerk is opgetrokken uit Naamsche
steen en kolenzandsteen, de rest is van mergel. Het schip
en de beuken zijn overdekt met kruisribgewelven. De hard-
steenen zuilen vertoonen de typische Maaskapiteelen. Het
koor heeft smalle, tweedeelige spitsboogvensters. Van het
kerkmeubilair zijn tenslotte terloops te vermelden: de eiken
houten preekstoel en een groot, marmeren grafmonument.
d. De oude Minderbroederskerk (geschie
denis, bouwgeschiedenis, stijl en beschrijving).
Historisch staat vast, dat de Minderbroeders zich reeds in
1234 in Maastricht gevestigd hebben. Eerst geruimen tijd
later, omstreeks 1300, zijn zij met den bouw van de tegen
woordige oude Minderbroederskerk, thans Rijksarchief,
begonnen. De kerk is echter niet direct voltooid, want zoo
wel gedeelten van het koor als de kapellen wijzen op een
nieuwe bouwperiode. Deze laatste zijn zelfs een eeuw later
te dateeren. Reeds in de 15e eeuw schijnt het kerkgebouw
in vervallen toestand te zijn geraakt, daar de bekende
Maastrichtsche geschiedschrijver uit dien tijd, Mathias
Herbenus ervan getuigt, dat zij dreigde in te storten en
nog in zijn tijd hersteld is.
In 1578 moesten de Franciscanen de stad verlaten; hunne
kloostergebouwen werden toen gedeeltelijk verwoest en de
kerk werd als kazerne gebruikt. Kort daarop teruggekeerd,
70