stoelen in de St. Servaaskerk terecht gekomen en de boe kenkasten in de Stadsbibliotheek. c. De St. Janskerk (geschiedenis, bouwgeschie denis, stijl en beschrijving). Onmiddellijk aan de zuidzijde van de St. Servaaskerk be vond zich reeds in de 12e eeuw een afzonderlijke aan Johannes den Dooper gewijde kerk, zooals door een keizer lijke schenkingsacte wordt bewezen. Over de oudste lot gevallen dezer kerk zijn wij niet ingelicht. Alleen is uit de vormentaal der tegenwoordige kerk op te maken, dat het oudste gedeelte en de onderbouw van den toren uit het begin der 14e eeuw dagteekenen. Hierop wijst het stelsel om de schoorbogen onder de daken der zijbeuken te ver bergen. Een halve eeuw na den bouw van het oudste ge deelte werd de toren door een storm omvergeworpen (1373), doch daarna is men begonnen den toren in rijke ren trant te herbouwen in overeenstemming met den groot- scheren aanleg, dien men de kerk wilde geven. Een 25-tal jaren later, omstreeks 1475 was de toren voltooid. Intusschen was men omstreeks het midden der 15e eeuw begonnen een nieuw koor en twee nieuwe kapellen te bou wen. Eenige eeuwen later, in 1713 heeft er een belang rijke restauratie plaats gehad onder leiding van Gilles Doyen. De ingang tegenover de St. Servaaskerk werd bij die gelegenheid dicht gemetseld en een nieuwe hoofdingang aangebracht, waarbij de aan de noordzijde van het koor gelegen kapel als portaal dienst kon doen. Groote herstel lingswerkzaamheden werden nog verricht in 1774, 1844 en later, waarbij ook de toren belangrijk gerestaureerd werd, zoodat deze kerk zich in vrij goed onderhouden toe stand bevindt. Wat de geschiedenis der kerk betreft, daarover kan nog vermeld worden, dat zij sedert de verovering der stad door de Staatschen in 1632, met uitzondering van een kleine tusschenpoos in 1673, ter beschikking is gesteld en geble ven van de Hervormde gemeente. 68

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1943 | | pagina 81