den. Het portaal, dat niet minder dan 87 beelden bevat,
is het eenige in Nederland, dat uit dien tijd met al zijn
vormenrijkdom is bewaard gebleven.
Gaan wij thans over tot het inwendige gedeelte der kerk.
In zijn meer oorspronkelijken vorm is de St. Servaaskerk,
ontdaan van zijn gothische toevoegingen, een driebeukige
kruisbasiliek, bestaande uit een middenbeuk van zeven
smalle rechthoekige traveeën en twee zijbeuken van even
zoovele vierkante traveeën. Afgezien van de gothische ge
welven, die in de middenbeuk met netgewelven en in de
zijbeuken met kruisgewelven zijn overkluisd en afgezien
van de weinig mooie beschildering, contrasteert dit oudste
of bijna oudste gedeelte door zijn sobere behandeling met
de absis, het transept en den westbouw.
Zooals reeds medegedeeld werd, is het tweede dwarspand
omstreeks 1225 uitgebreid. Daarbij werd het transept op
getrokken in verband met de koorpartijen, die bestaan uit
een rechthoekige koortravee met halfronde absis, twee
langwerpige nevenruimten en de onder de koorpartij zich
bevindende oostelijke krypte, thans drie traveeën lang, die
zich vroeger meer oostelijk, in de richting van het Vrijthof
heeft uitgestrekt.
Behalve de oostelijke krypte bestaat er nog een westelijk
van deze gelegen kruisingskrypt, die bij de laatste restau
ratie werd teruggevonden en grooter is dan deze eerst
genoemde. Bovendien is er nog de z.g. kleine krypt, die de
voorkamer is van de westwaarts daarvan gelegen graf
kamer van St. Servaas.
De St Servaas bevat nog een rijken reliekenschat, in een
afzonderlijke schatkamer ondergebracht, vele graf- en ge-
denksteenen en monumenten. Terloops mogen hiervan
genoemd worden: het grafmonument van graaf van den
Bergh, een steenen retabel in het westkoor, een Majestas
Domini in de kruisgang, vele houten beelden, waaronder
een Madonna (Sedes Sapientiae) van omstreeks 1300, en
verschillende schilderijen uit de 15e tot 17e eeuw, waarbij
uit de Vlaamsche School.
In den zeldzamen reliekenschat bevinden zich de beroemde
61