Wanneer men spreekt over de St. Servaaskerk, denkt men tevens aan de groote heiligdomsvaarten, die om de zeven jaar gehouden werden en waarbij tienduizenden pelgrims trokken naar het graf van St. Servaas en naar den rijken reliekenschat. Dan denkt men ook aan het rijke kapittel, dat 42 prebenden te vergeven had, waarvoor bij iedere benoeming sedert 1632 aan de Staten-Generaal een som van niet minder dan 30.000 gulden moest worden gege ven. Men denkt verder aan de 11 dorpen, die aan de kerk toebehoorden, de z.g. St. Servaasbankenaan de Maas brug, die in 1139 door keizer Koenraad II aan het kapittel geschonken werd; aan de beroemde zangschool, die lan gen tijd naast de kapittelschool bestond en aan de vele, invloedrijke personages, die deken, proost of kanunnik van het kapittel zijn geweest vanaf den geschiedschrijver van Karei den Grooten, Eiginhard of van Alcuinus tot baron van Wassenaar Warmond toe. Doch de ruimte laat ons niet toe op dit alles hier nader in te gaan; daarom richten wij thans weer onze aandacht op de kerk zelf, in haar hoedanigheid van monument. b. Stijl en beschrijving. Zooals reeds in het voorafgaande gezegd werd, behoort de St. Servaaskerk wat haar oudste en voornaamste gedeelte betreft, tot de Limburgsche Romaansche kerken, waarvan reeds verschillende stijleigenaardigheden werden opge noemd. Zij heeft voor een deel haar oorspronkelijk sober monu mentaal karakter verloren, doordat er veel aan is veranderd en bijgebouwd en de vlak afgedekte pijlerbasiliek in een kerk met gothische ribgewelven en met net- en kruisgewel ven is gemetamorphoseerd. De meest gaaf bewaarde gedeelten zijn nog de westbouw op het bovengedeelte der torens na en vooral de absis met de dwerggalerij, die sterk doet denken aan Rijnland- sche kerken uit denzelfden tijd, zooals de Munsterkerk te Bonn en de St. Castor te Coblenz. 56

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1943 | | pagina 65