vooral het Jacob-kapiteel van den zuilenbundel in het koor,
het Abraham-kapiteel van een anderen zuilenbundel, het
Balaam-kapiteel en het Heimo-kapiteelop dit laatste
heeft de beeldhouwer Heimo zichzelf afgebeeld, terwijl hij
een gebeeldhouwd kapiteel aan Maria aanbiedt.
Van het merkwaardige kerkmeubilair, de paramenten en
den zeer rijken reliekenschat kunnen hier slechts terloops
vermeld worden: de doopvont van den Maastrichtschen
geelgieter Aert van Tricht, een beeldhouwwerk: de Nood
Gods 1400), de O.L. Vrouw met den inktkoker, een
St. Annatrits, het „Levietenkleed" van St. Lambertus
709) en verschillende kostbare reliekhouders van zil
ver, ivoor en zeldzame weefsels, terwijl zich te Rome be
vindt het beroemde en kostbare patriarchaalkruis van
Arabisch goud, dat in 1204 door keizer Philips II aan de
O.L. Vrouwekerk werd geschonken.
Tenslotte mag van de voormalige kloostergebouwen niet
onvermeld blijven de prachtige, uit mergel en Naamsche
steen opgetrokken kruisgang aan de Noordzijde der kerk,
die in de profileeringen en traceeringen der vensters de
rijke en sierlijke vormen der laat-gothiek vertoont. De
traceeringen bevatten o.a. de wapens van de stad Maas
tricht, van den prins-bisschop Robert de Berghes en ko
ning Philips II van Spanje.
3. De St. Servaaskerk.
a. Geschiedenis en bouwgeschiedenis.
Daar de geschiedenis van de kerk en het kapittel nauw
met elkaar verband houden, zullen heide hier tegelijkertijd
behandeld worden.
De oude geschiedschrijver Gregorius van Tours (f 594)
deelt in twee zijner bekende werken, de „Historia Fran
corum" en de „Gloria Confessorum" mede, dat St. Ser-
vaas, die in 384 gestorven is, vlak bij de brug van den
heirweg begraven werd en dat de geloovigen op zijn graf
een houten bedehuis oprichtten. Latere geschiedschrijvers,
zooals Henschenius en Sigebertus van Gembloux voegen
53