verlichting door middel van lantaarns met kaarsen; deze
straatverlichting werd kort na 1700 door meer dan 400
lantaarns aanmerkelijk verbeterd. Ook werden de goten
in het midden der straten voor een deel vervangen door
ondergrondsche riolen.
Het aspect der stad veranderde in de 17e eeuw ook vooral
door de vele mooie burgerhuizen, die toen gebouwd wer
den en waarvan er nog vele in vrij goed geconserveerden
toestand bewaard zijn gebleven (zie: Hfdst. V). Deze bur
gerhuizen waren gedeeltelijk geheel van Naamsche steen
gebouwd, gedeeltelijk van mergel en baksteen, want reeds
in de 16e eeuw had de mergel in de baksteen een groote
concurrent gekregen.
Niet het minst werd het toch reeds zoo veranderde stads
beeld in de 17e eeuw verbeterd door de groote kerkelijke
en wereldlijke gebouwen. Naast het statige stadhuis en
enkele kleinere gebouwen met wereldlijke bestemming ver
rezen er niet minder dan vier groote kerken, namelijk de
Jezuïetenkerk (thans schouwburg), de fraaie Augustijnen
kerk, de minder belangrijke kerk der Sepulchrijnen (Bon-
nefantenkazerne) en de Minderbroederskerk (op den Min-
derbroedersberg)
De 18e eeuw heeft het aspect van Maastricht lang niet in
die mate veranderd en verbeterd, als dat voor de 17e eeuw
het geval was. Weliswaar werden een aantal mooie huizen
gebouwd, doch aan de primaire eischen voor straat- en
stadsverbetering behoefde de magistraat niet meer die ur
gente aandacht te besteden als in de voorafgaande eeuw.
Behalve de reeds genoemde straatverlichting, die na 1700
haar beslag kreeg, wordt nog in een tweetal resoluties van
1710 en 1715 bijzondere aandacht gewijd aan de luifels
der huizen. Om de „groote difformiteyt veroorsaeckt" door
de „veele nieuwe luyven oft afdaecken voor de huysen"
tegen te gaan, wordt bepaald, dat deze niet breeder mogen
zijn dan 14 of 15 duim; want indien hier niet voor ge
zorgd wordt, geschiedt dit „tot groot disaspect en disam-
bellissement van deze stadt", zooals het in de met vele
Fransche woorden doorspekte resolutie heet.
41