gebouwen, die hun torens en spitsen hoog boven de ge-
kanteelde walmuren deden uitrijzen. Een krans van spit
sen lag gegroepeerd rondom het machtige complex van
zes torens van de St. Servaaskerk en van de hooge St. Jan,
die gebouwd zijn op de langzaam glooiende heuvels van
het Maasdal. Tegen de warm-donkere kleuren van de mid-
deleeuwsche leemen en houten woningen en de grijze voor
naamheid van steenen huizingen hlankten omhoog in het
blijde zonlicht de geel-witte nieuwe kerken en poortgebou
wen in mergelsteen of Naamsche steen. Want steeds weer
opnieuw werden kerken en kapellen gebouwd van den zon-
gelen mergelsteen, die bij den St. Pietersberg voor het bre
ken lag.
Is het te verwonderen, dat reizigers, die Maastricht be
zochten, in bewondering waren voor de kerken „compo-
sées de pierres blanches", voor de poortgebouwen van de
oude Houtmarkt en de St. Pieterspoort, die van buiten de
stad gezien, er als groote paleizen of kasteel en uitzagen
en dat men sprak van „Trajectum ad Mosam, elegans et
celeberrimi nominis urbs", van Maastricht deze mooie en
wijdvermaarde stad?
Doch laten wij eerst het stadsbeeld in zijn geleidelijke ont
wikkeling door den loop der eeuwen pogen te schetsen,
aan de hand van de weinige gegevens, die tot de 16e eeuw
hier en daar te speuren vallen. Het heeft hierbij geen zin
om den lezer binnen het kleine ons toegemeten bestek te
vermoeien met de opsomming van allerlei concrete ge
gevens over straten, die in den loop eener bepaalde eeuw
verbreed zijn, of over kapellen en kerken, die eens de
pleintjes kleiner en intiemer maakten en later verdwenen
zijn, of over monumentale poorten in de vorige eeuw ge
sloopt. Veeleer zal ons een algemeen gehouden schets beter
treffen en meer tot ons spreken dan een opsomming van
kleine topografische feitjes.
Tot en met de 15e eeuw moeten in het stadsbeeld de lee
men en houten woningen geheel in de meerderheid zijn
geweest. Een vergelijking met andere Nederlandsche steden
in deze zal in zooverre niet opgaan, dat bij de houten
35