De tegenwoordige drukke binnenstad valt nagenoeg geheel
samen met de oude, middeleeuwsche stadskern, die op haar
beurt voor een deel samenvalt met de laat-Romeinsche bur
gerlijke nederzetting.
Zonder hier te willen spreken van een continuïteit in be
woning is het toch opvallend, dat juist in deze stadskern
nog sporen uit praehistorischen tijd zijn gevonden.
De 19e eeuw heeft het aanzien der stad aan de buitenzijde
enorm veranderd, doordat de diepe gordel van verdedi
gingswerken buiten de oorspronkelijke omwalling voor een
groot gedeelte verdween, waardoor uitgestrekte woonwij
ken konden worden aangelegd en industrieterreinen ter
beschikking kwamen.
Gelukkig heeft men een groot gedeelte van den breeden
gordel der vroegere vestingwerken voor parkaanleg kun
nen behouden.
Wat tenslotte de voorstad Wijk betreft, deze heeft zich uit
het versterkte bruggehoofd aan de Oostelijke zijde van de
Maas, dus aan het naar Germania toegekeerde gedeelte,
ontwikkeld. Wijk is evenals Maastricht tot in de vorige
eeuw ommuurd geweest. Een organisch bestanddeel van
de stad zelf is deze oude vicus of woonwijk echter nooit
geworden. Thans is Wijk bijna een moderne stad op zich
zelf, die gedeeltelijk de functie van „city" vervult en zich
vooral in Oostelijke richting, achter het nieuwe station
heeft uitgebreid.
2. Het eigenlijke stadsbeeld.
Wanneer men bij het vallen van den avond den oprit der
nieuwe Maasbrug opgaat, teekent het stadssilhouet met zijn
vele en zoo verschillende torens tegen den goud-rooden
hemel zich het mooist en indrukwekkendst af. Dan krijgt
men ook een begrip van den imposanten indruk, die deze
stad op den Middeleeuwer moet hebben gemaakt, toen er
nog zooveel andere, thans verdwenen kerken en kapellen
waren, zooals de St. Nicolaaskerk, de kerk der Antonieten
en van de „balie Biesen" en de hoog oprijzende poort-
33
Maastricht. 3