dende hoofdwegen. Het was gelegen aan de Romeinsche
heirbaan Tongeren—Keulen, die langs de latere Brussel-
sche straat, dwars over het Vrijthof door de Breedestraat,
Plankstraat en Eksterstraat naar de Maas liep, dwars door
de omwalde laat-Romeinsche burgerlijke nederzetting
heen.
In de 5e eeuw is Mosae-Trajectum door de invallende
Germaansche stammen grondig verwoest geworden, doch
de nieuwe bewoners hebben zich toch ongeveer op de
plaats van het oude municipium gevestigd. Zoo kwam de
oudste kerk der stad, de O.L. Vrouwekerk, die in de 10e
eeuw waarschijnlijk op de plaats van een nog oudere kerk
uit de 4e eeuw gebouwd werd, ongeveer midden in de oude
romeinsche burgerlijke nederzetting te liggen. Daarnaast
ontwikkelde zich in den Frankischen tijd uit de Merovin-
gische curtis, gegroepeerd om den palts bij het Vrijthof,
een tweede kern. Omstreeks 885 hebben de Noormannen
de uit of naast het Romeinsche municipium gegroeide
Frankische handelsnederzetting voor een groot deel ver
woest.
Een gedeelte van de oude bewoners heeft zijn woonplaat
sen echter niet verlaten en zoo bloeide wederom kort na
den harren tijd, waarin het gebed ontstond: „van de Noor
mannen verlos ons Heer!", dat de eeuwen door bewaard
is gebleven als herinnering aan hun woeste strooptochten,
een nieuw begin van stedelijk leven op, dat hoe langer hoe
intenser werd en zich in 1229 met een steenen omwalling
omgaf. Binnen deze omwalling lag dus de oude, Romein
sche prae-stedelijke kern èn de Frankische nederzetting.
Genoemde omwalling liep langs de tegenwoordige Groote
Gracht, maar niet in rechte lijn naar de Maas toe, doch
diagonaalsgewijze over de huidige Markt, waardoor ze dus
in Noordelijke richting afboog. Hiermee begon de stede
lijke uitbreiding zich vooral in Noordelijke richting af te
teekenen.
Bij den aanleg van de tweede steenen omwalling van om
streeks 1350, waardoor de oppervlakte der stad, naar onze
schatting, meer dan driemaal zoo groot werd, blijkt de
31