30 HOOFDSTUK II HET STADSBEELD IN DEN LOOP DER TIJDEN 1. Het topographisch beeld. Het valt niet gemakkelijk om het topografisch beeld van een Nederlandsche stad in de Middeleeuwen te recon- strueeren. De bewaard gebleven teekeningen, plattegronden of schilderijen van vóór de 16e eeuw zijn zoo weinig tal rijk, dat men ze voor alle steden van Nederland gerust op nog geen tien stuks kan schatten. Bovendien zijn er ten onzent geen steden als Brugge, Car- cassone of Rothenburg, die in hun huidige constellatie nog een duidelijk beeld geven van den Middeleeuwschen toe stand. En de moeilijkheden om het vóór-middeleeuwsch topographisch stadsbeeld te reconstrueeren, zijn nóg veel grooter. Zooals door ons in het voorafgaande werd aangetoond, heeft het Romeinsche Maastricht reeds in de le eeuw van onze jaartelling een vrij groote uitgestrektheid gehad, die volgens onze berekening voor de 3e en 4e eeuw niet minder dan 15—20 H.A. heeft bedragen (zie: afb. 1 en Bibl. Aant.). De oostelijke grens liep langs de Maas, die vroeger, meer westelijk, langs den stadswal stroomde en wel ongeveer vanaf de Helpoort in het Zuiden tot aan de tegenwoordige Stadhuisstraat bij de Nieuwe Brug in het Noorden. De wes telijke grens liep er gedeeltelijk parallel mee, langs Ka poenstraat en Helmstraat; gedeeltelijk liep ze in gebogen lijn naar de Maas. Als uitgangspunt van het Maastrichtsche municipiüm der 3e eeuw, de ommuurde stad dus, is wel het Romeinsche castellum, het versterkte legerkamp te beschouwen. Dit castellum heeft ongeveer denzelfden vorm gehad als an dere legerkampen in deze streken, namelijk een groot vier kant geheel, doorsneden door twee elkaar loodrecht snij-

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1943 | | pagina 33