Naast de goud- en edelsmeedkunst, die in de latere Mid
deleeuwen in Maastricht nog kan bogen op een Aert van
Tricht en een meester Ulrich, naast de dichtkunst en de
ivoorsnij- en miniatuurschilderkunst, naast de beeldhouw
en bouwkunst met haar twee Romaansche en vijf Gothische
kerken, bloeide er tenslotte ook de muziek, getuige o.a. het
onlangs ontdekte Maastrichtsche Paaschdrama 'van om
streeks 1300, dat een der beste is uit een 400-tal reeds
bekende drama's, getuige ook het feit, dat twee zangscholen
verbonden waren aan de kapittels van de O.L. Vrouwe- en
de St. Servaaskerk; getuige tenslotte het feit, dat beroemde
musici als Franco van Keulen in laatstgenoemd kapittel
werden opgenomen.
Doch dit alles zou niet goed mogelijk zijn geweest, wan
neer Maastricht niet intusschen reeds een bloeiende han
delsplaats was geworden.
Reeds de geschiedschrijver van Karei de Groote, Eginhard,
vermeldt Maastricht als een plaats met vele inwoners, waar
onder talrijke kooplui. In de 9e eeuw vinden wij die plaats
als een handelsnederzetting vermeld, o.a. blijkens inscrip
ties op gevonden munten van Karei de Kale, waarop te
lezen staat: „in porto Triiecto" en in de volgende eeuwen
is haar belangrijkheid als handelsplaats ten zeerste toe
genomen. Vooral in de 12e eeuw is dit het geval geweest,
toen het economisch leven zich in de Maasstreek sterk ont
wikkelde. Weliswaar kwam er een tijdelijke economische
inzinking in diezelfde eeuw voor vele plaatsen aan den z.g.
weg van Brunhilde, den handelsweg van Keulen naar de
Noordzee; want deze werd gedeeltelijk meer Noordelijk
verlegd. Daar echter ook de nieuwe handelsweg langs
Maastricht liep en wel via St. Truiden, Tienen, Leuven
naar Gent, heeft eerstgenoemde stad van deze economische
inzinking geen noemenswaardig nadeel gehad.
De handel breidde zich in de 11e—13e eeuw zeer uit en
volgens het getuigenis van Hendrik van Veldeke van om
streeks 1175 werd zoowel op Engeland als op Frankrijk,
Hongarije, Denemarken en Noorwegen handel gedreven.
De handelsbetrekkingen met het Noorden worden nog ge-
19