reeds was, lag de Z.0. punt bij de Helpoort, de Z.W. punt
in de Kapoenstraat (t.o. het tegenwoordige Belastingkan
toor), de N.W. punt vermoedelijk bij de Helmstraat en de
N.O. punt bij de nieuwe brug (aan de Stadhuisstraat;
zie afb. 1).
Blijkens de talrijke Romeinsche grafvondsten heeft deze
Romeinsche nederzetting zich reeds in de 2e eeuw na Chr.
over de beide Maasoevers uitgestrekt.
Hoewel er tot nu toe geen vondsten gedaan zijn, waaruit
te concludeeren valt, dat Maastricht ook reeds in dezen tijd
een ommuurde stad of municipium was de latere gron
dige verwoesting der stad zal wellicht mede debet zijn aan
het feit, dat men nog geen sporen van omwalling of palli-
sadeering gevonden heeft is dit toch niet zoo onwaar
schijnlijk. Weliswaar waren er in de 2e eeuw achter de
versterkte Rijnlinie bijna nog geen ommuurde steden in
het binnenland der Romeinsche provincies Gallië en Ger-
manië te vinden, doch de vrij groote belangrijkheid der
stad als knooppunt van belangrijke heirwegen1) (zie:
afb. 2) en als Maasovergang (vandaar de naam: Mosae
Trajectum), maakt het bestaan eener ommuring toch wel
vrij waarschijnlijk.
Hoe dit ook zij, in ieder geval heeft Maastricht althans in
de 3e eeuw zijn versterking bezeten, want in die zelfde eeuw
kregen ook verschillende andere Romeinsche plaatsen op
den linker Rijnoever ommuring in verband met de Ger-
maansche invallen. En in de 4e eeuw heeft de stad blijkens
het getuigenis van den geschiedschrijver Gregorius van
Tours zeker haar vaste brug gehad.
Terwijl intusschen de talrijke Romeinsche villa's en boe
renhoeven in Zuid-Limburg door de steeds meer opdrin
gende Germaansche stammen in de asch werden gelegd,
breidde de bevolking binnen het door een sterk garnizoen
verdedigde Maastrichtsche municipium zich hoe langer hoe
meer uit wegens den grooten toevloed van vluchtelingen.
H Een heirweg liep van W. naar O., van Bavay via Tongeren over
Maastricht en Heerlen naar Keulentwee andere liepen elk aan een
kant der beide Maasoevers: een vierde liep via Gulpen naar Aken enz.
13