128
BESLUIT
Is het nog noodig om voor dit boekje een „Besluit" te
schrijven of een samenvatting te geven van al het be
handelde?
Zeker niet is zulks noodig voor diegenen, die de schoon
heid in haar algemeenheid of in haar bijzonderheid heb
ben leeren kennen en beminnen.
Dit boekje richt zich echter niet in de eerste plaats tot
dezulken, maar tot breeder kringen.
In de eerste plaats dan tot burgers van eigen stad, opdat
sommigen hunner niet in laksche onwetendheid langs
's heeren straten zeulen met oogen, die gesloten blijven
voor eigen stedelijk schoon en historische schoonheid.
Vervolgens richt het zich tot anderen buiten stad en ge
west, opdat dezen niet als laatdunkende vreemdelingen ver
over de landsgrenzen gaan zoeken, wat eigen Nederlands
stedeschoon en roemrijke historie hun in activeerende lee
ring bieden kan.
Het richt zich zoo noodig niet in de laatste plaats
tenslotte, tot de stedelijke magistraat van heden en toe
komst, opdat deze niet die daden nalaat te stellen, die
noodig zijn voor het behoud van het stedelijk schoon.
Zij allen mogen begrijpen, dat de schoonheid kennen is:
haar liefhebben en voor haar strijden!
In een tijd en een eeuw als de onze, die vol is van strijd
en van bloed, moge tenminste de strijd om het schoone
eindigen in een onbloedige zege ter behoud van wat de
mensch aan schoonheid van blijvende waarde heeft voort
gebracht.