sing van ijzerconstructies de gewenschte eenheid. Wan
neer men echter niet let op den samenhang met het stads
beeld, bezit deze nieuwe brug toch een zekere sierlijkheid
in sommige details en een zekere losheid en maakt zij door
haar bijzondere monumentaliteit ook een imposanten in
druk.
Onder leiding van dezelfden bouwmeester Bremer is verder
het nieuwe Gouvernementsgebouw tot stand gekomen, dat
in Juli 1935 ingewijd werd. Ook hier streefde de ontwer
per ernaar om het gebouw aan te passen aan de overige
huizen der straat en een indrukwekkend en harmonisch
geheel te verkrijgen. Zoodoende lag aan dit ontwerp een
compromis-streven ten grondslag om moderne zakelijkheid
te verbinden met traditioneele bouwvormen, zooals Em
pire. Het traditioneele is vooral in de groote lijnen te vin
den, de nieuwe stijl in de details en het binnengedeelte.
Ondanks den weinig gelukkigen toren met tentdak, die
vooral de belangrijkheid van het gebouw bedoelt te de-
monstreeren, doch tusschen de Romaansche en Gothische
torens detoneert, is het Gouvernementsgebouw met zijn
gevarieerd en indrukwekkend voorfront toch een voornaam
bouwwerk met sierlijke vormgeving. Het mist weliswaar
een zekere stijleenheid en een eigentijdsch karakter, doch
latere geslachten zullen het wellicht met geheel andere
oogen beschouwen, temeer wanneer eenmaal de oudere hui
zen rondom voor en na zullen zijn verdwenen en het oude
karakter der stad door den steeds voortschrijdenden nieuw
bouw zal zijn verzwakt. Dan zullen de contrasten tusschen
de vele nieuwe gebouwen en het stadsbeeld vervagen en
ook de waardeering voor den nieuwen stijl, waarnaar men
nog steeds zoekende is, anders en tevens grooter worden.
De verschillende andere nieuwe gebouwen, zooals het reeds
genoemde nieuwe Jezuïetenklooster, het Telefoonkantoor,
het kantoor der Provinciale Limburgsche Electriciteits-
maatschappij, dat in de villawijk aan de zuidzijde der stad
met zijn moderne zakelijkheid wel zeer opvalt, zullen wij
voorbijgaan om hier niet in een louter opsomming van
moderne gebouwen te vervallen. Slechts afzonderlijke ver-
114