zeis en zandlooper, bevinden zich in het andere vak half-
godsdienstige voorstellingen, zooals het Geloof met een
kelk in de hand, de Hoop met anker en de Liefde met een
kind aan de borst.
Van de aan de linker- of noordzijde der hal gelegen ver
trekken is de Prinsenkamer wel het rijkst gestoffeerd.
Deze Prinsenkamer, waarin de „vertegenwoordigers" of
commissarissen-deeiseurs van de beide heeren der stad ver
gaderden, heeft een rijk bewerkt stucplafond van Vasalli,
die in de jaren 1736 en '37 ook andere vertrekken van
stucwerk voorzien heeft. De beteekenis van de zinnebeel
dige voorstelling van dit stucplafond is ongeveer deze:
een rechtvaardige regeering of een goed vorst (verzinne
beeld door den adelaar met lauwerkrans en schicht), ge
steund door de burgerij, die eensgezind (de bijen), groot
moedig (de reiger) en werkzaam (de kraanvogel) is, ver
drijft de kwade hartstochten of instincten (twee draken,
een vleermuis en andere vogels).
In de Prinsenkamer bevindt zich boven den schoorsteen
van grijsrood marmer een schilderij van den reeds ge
noemden Theod. van der Schuer, welke een allegorie bevat
op de tweeheerigheid der stad. Hierop is o.a. afgebeeld
een vrouw met bisschopsstaf en adelaar met kruis en een
tweede vrouwelijke figuur met helm en scepter, waarach
ter een hertogskroon. Op den voorgrond zit een figuur met
zwaard en weegschaalop den achtergrond is de toren van
het stadhuis zichtbaar.
De mooiste stoffeering in de Prinsenkamer vormen de
prachtige wandtapijten met bijbelsche voorstellingen van
den bekenden tapijtmaker Frans van der Borght uit Brus
sel, die in 1738 geleverd werden. De tapijten, die de wan
den der kamer geheel beslaan, munten uit door levendig
heid van uitdrukking, schoonheid van coloriet en fraaiheid
van compositie.
Het grootste tapijt bevat de voorstelling „waer Moyses op
de rots slaet" met het beweeglijke kampleven der Israëlie
ten. Expressief zijn de koppen der menschen en dieren,
h.v. van den waterdrager op den voorgrond met den kope-
108