breedere straat - de Groote Gracht buigt bescheiden in
een kleine bocht er naar toe, terwijl de nog breedere Bosch
straat door het pleintje met het standbeeld van Minckelers
gedeeltelijk gemaskeerd wordt. Slechts één bres schreeuwt
om gedicht te worden. Het is daar, waar de aanleg van
de nieuwe brug bebouwing eiseht en deze ook spoedig dient
te geschieden.
Het Stadhuis is op een lichtelijk glooiende verhevenheid
gebouwd en geheel opgetrokken in Naamsche steen. De
hoofd- of Westgevel valt onmiddellijk op door de niet
minder dan m vooruitspringende dubbele statietrap,
waarlangs bij officieele plechtigheden de vertegenwoordi
gers der beide heeren der stad gelijktijdig, ieder langs een
afzonderlijke trap, omhoog konden schrijden.
Niet alleen springt deze dubbele statietrap met vier bor
dessen en balcon het eerst in het oog, maar hij markeert
ook, waar hij het breedst is, zij het minder duidelijk, de
inwendige verdeeling van het gebouw in hal en daar om
heen gebouwde vertrekken.
De hoofdgevel zelf wordt verticaal door pilasters in tra
veeën verdeeld, welke pilasters verdiepingsgewijze zijn
aangebracht en dus niet pilasters van de z.g. kolossale
orde zijn, die over de geheele hoogte van den gevel door
alle verdiepingen heengaan, zooals wij dat bij verschillen
de Zuid-Nederlandsche barokkerken aantreffen. Zoodoen
de zijn ook de verdiepingen van het gebouw nog duidelijk
gemarkeerd.
Boven den hoofdgevel is nog een over drie traveeën loo-
pende topgevel aangebracht, die door vier Corinthische
pilasters verdeeld wordt. Hij wordt bekroond door een
fronton, waarin de stedemaagd met het wapenschild der
stad is afgebeeld, terwijl aan weerszijden de gebeeldhouw
de zittende figuren zijn aangebracht van Mars en Minerva.
Met uitzondering dan van de statige statietrap, waarlangs
men zich viermaal moet wenden om de voorhal te betre
den en met uitzondering van den topgevel, zijn de andere
gevels van het gebouw op dezelfde wijze opgetrokken. Ook
zij worden bekroond met frontons - twee ervan dragen het
106