gelijkstraats in steen en daarboven in vakwerk was uit
gevoerd. Dit gedeelte ziet er op de teekening als een soort
schuur of bergplaats uit. Een latere teekening, nauwkeu
rig gedateerd: 31 December 1670, vertoont een aanmer
kelijke verandering, doordat de schuur of bergplaats even
hoog als bet huis en wel in steen is opgetrokken. Boven
dien toont de laatstgenoemde teekening ook het rechtsche
gedeelte van het huis, waarbij de benedenverdieping nog
geen vensters blijkt te hebben doch wel een inrijpoort,
terwijl de bovenverdieping de zeven vensters telt, die het
gebouw ook thans nog bezit. Het tegenwoordige gebouw,
waarvan een gedeelte is afgebroken ten behoeve van het
ernaast gelegen bankgebouw, is geheel van mergel opge
trokken en heeft thans aan iedere zijde der ingangsdeur
vier vensters, die in de 18e en 19e eeuw zijn aangebracht
en op de eerste verdieping zeven, waarvan vier door half
ronde frontons gedekt zijn en de drie anderen in het
rechter gedeelte een gebeeldhouwde omlijsting hebben.
Het zijn eigenlijk slechts deze vensters, die het gebouw,
althans van den buitenkant, een bijzonder cachet geven.
In het middelste van de drie rechtsche vensters der le ver
dieping, die tevens de oudste zijn, bevindt zich in de boog
vulling de dubbele adelaar met het Habsburgsche schild,
heraldisch rechts: de dwarsbalk, links: het kasteel (d.w.z.
een soort toren met poort als sprekend wapen voor Cas-
tilië). Tegen het laat-gothisch maaswerk der twee andere
vensters staat op een banderol, die om de gekroonde zui
len van Hercules is gekruld, het devies van Karei V „Plus
oultre" (steeds verder).
De achtergevel, eveneens in mergel opgetrokken, bevatte
een open galerij, met kolommen in Naamsche steen,
waarvan vier bewaard zijn gebleven. Deze kandelaber- of
balusterzuilen dragen een vroeg-renaissancistisch karakter
en stemmen bijna geheel in vorm overeen met de zuilen
van het bisschoppelijk paleis te Luik. In het onderste ge
deelte der schachten valt de schematische en droge behan
deling op der bladmotieven, die aan Spaansche invloeden
of herkomst is toe te schrijven, zooals dat in de vroeg-
102