prachtig gemetselde galerijen, „capellen", nissen en tegen- mijngangen bevinden, vormen een merkwaardig en instruc tief overblijfsel van de vestingbouwkunst der 18e eeuw. Om dit bovendien wederom tot een mooi en machtig brokje Nederlandsche militaire bouwkunst te maken, is het wach ten alleen nog op een grondige restauratie door de red dende daad - niet het rekkende woord - van Rijk en Stadsbestuur 4. Wereldlijke gebouwen der Laat-Gothiek en Vroeg- Renaissance. a. Het Dinghuis. Zooals reeds in het begin van dit hoofdstuk gezegd werd, zijn er van de monumenten der burgerlijke bouwkunst uit het laatste gedeelte der Middeleeuwen en uit den nieuwe- ren tijd niet zooveel behouden gebleven. De oorzaken hiervan zijn niet alleen te zoeken in het reeds vermelde feit, dat vele wereldlijke gebouwen in of op de plaats van oudere, die bijna steeds afgebroken werden, verrezen, maar ook in een ander feit van cultuurhistori- schen aard. De steden hebben namelijk veel later dan de Kerk uitdrukking kunnen geven aan hun ook eerst later ontstane rechts- en bestuursmacht door den bouw van raad-, stad-, ding- en gildehuizen. Bovendien hebben aan deze monumenten van burgerlijke bouwkunst, indien zij bewaard zijn gebleven, vele veran deringen plaats gehad, naar gelang van de wisselende be hoeften en bestemmingen, die den ouden toestand soms moeilijk laten herkennen. Evenals in verschillende andere Nederlandsche plaatsen bestond er in Maastricht een afzonderlijk stadhuis als zetel plaatsen een tiental meters onder het tegenwoordig straatniveau liggen, thans in den tweeden Wereldoorlog als veilige en doelmatige schuilplaatsen voor de bevolking tegen luchtgevaar zijn ingericht. In vreedzamer tijden dan de onze zullen deze mooi gemetselde gangen ongetwijfeld een interessante bezienswaardigheid voor be zoekers blijven. 99

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1943 | | pagina 118