Deze vernieuwing, die na de voltooiing in 1932 der tweede, v nieuwe Maasbrug begonnen werd, heeft na een jarenlan- gen strijd, een oplossing probeeren te vinden tusschen de twee tegenstrijdige eischen om eenerzijds het doorlaatver- mogen der oude brug te vergrooten, of zelfs een geheel nieuwe brug te bouwen en anderzijds zooveel mogelijk het aspect der oude, romaansche brug te behouden. De oplos sing, gevonden in den vorm der laatste verbouwing, is op zichzelf een technisch meesterwerk geweest, waarbij o.a. contrabogen in gewapend beton werden geconstrueerd en de gewelven door nieuwe betongewelven erboven van hun functie werden ontheven. Al is ook de restauratie met piëteit voor het behoud van het oude geschied, toch is de prachtige lijn der oud-romaansche brug, vooral door het aanbrengen der ijzeren overspanning, bijna geheel te niet gegaan. En zoo is dit oude sprookje verdwenen, alleen de herinne ring eraan blijft voortleven en is vereeuwigd voor het eerst en het schoonst in het beroemde schilderij van Jan van Eyck, de Madonna met den kanselier Rolin in het Louvre te Parijs. Hierop heeft deze zoon der kunstzinnige Maasgouw in een weergaloos-fijn miniatuurlandschap zijn herinneringsbeeld vastgelegd van de brug, die reeds in zijn tijd door miniatuur en schilderij een picturale vermaard heid verworven had. 3. De omwalling en de vestingwerken. a. De eerste omwalling (1229). Eenigen tijd na hun ontstaan hebben de steden zich met primitieve versterkingen in den vorm van houten omhei ningen en aarden wallen omgeven. Tengevolge van de ont wikkeling der krijgskunde en geleid door de ervaring, op gedaan bij den burchtbouw, begonnen verschillende steden in de 12e en 13e eeuw zich met steenen omwallingen te versterken. Van deze middeleeuwsche ommuringen is in ons land he laas weinig overgebleven. Gelukkig heeft echter Maastricht 91

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1943 | | pagina 110