In ander verband hebben wij gezien, dat er reeds in den
Romeinschen tijd een „pons Mosae", een houten brug over
de Maas moet hebben gelegen, die, in de plaats gekomen
van een overzetveer, een belangrijk strategisch punt vorm
de in de Romeinsche heirwegen van Tongeren naar Keu
len. Deze brug heeft iets bezuiden de tegenwoordige ge
legen.
In later tijd is er een nieuwe houten brug geslagen, die in
1275 instortte, toen er de processie van de O.L. Vrouwe-
kerk overtrok; daarbij raakten 400 personen te water. Bij
die gelegenheid bleek dan ook de noodzakelijkheid van het
bouwen eener nieuwe brug, waarin een in 1284 door
vier aartsbisschoppen en 15 bisschoppen onderteekenden
aflaatbrief voorzag, uitgevaardigd aan allen, die in de kos
ten der nieuwe brug zouden bijdragen, welke dan ook in
1298 voltooid werd.
De brug bestond oorspronkelijk uit 10 halfronde bogen,
die opgetrokken van Naamsche steen, een totale lengte
van ongeveer 175 m hebben bezeten. De laatste boog aan
de Wijker zijde was vroeger geheel van hout en kon in
tijden van gevaar of oorlog worden afgebroken. Aan iedere
zijde verdedigde een groote, zware toren de toegangen.
In 1827 is de houten boog afgebroken en vervangen door
een gestrekten boog, in steen uitgevoerd. Reeds veel vroe
ger, omstreeks 1640 was de eerste boog aan de stadszijde
dichtgemetseld, teneinde een verbreeding van de Visch-
markt te verkrijgen. Deze boog werd bij den aanleg der
Zuid-Willemsvaart ten deele opgeruimd. Zoodoende bestond
de brug vóór de belangrijke in 1932 begonnen restauratie
uit acht halfronde bogen, wier lengte tusschen de 12 en
13.40 m varieerde en den reeds genoemden, in 1827 gebouw
den, gestrekten boog aan de Wijker zijde, van 19.70 m.
De bogen rusten op pijlers met stroombrekers, die oor
spronkelijk driehoekig waren, doch in den Franschen tijd
werden afgerond en bij de laatste restauratie weer den
ouden spitsvorm kregen. De oude steenen borstwering, die in
de vorige eeuw door een ijzeren hekwerk vervangen werd,
is bij de laatste groote vernieuwing eveneens hersteld.
90