van de kerkelijke bouwwerken. Dit ligt ook voor de hand,
want vaak ging men slechts in uiterste noodzaak tot de
slooping over van een oude of vervallen kerk; bij de
wereldlijke gebouwen brak men eenvoudig het oude af om
op dezelfde plaats het nieuwe bouwwerk op te richten.
Een recent voorbeeld hiervan is het nieuwe in 1935 gereed
gekomen gouvernementsgebouw, dat op de plaats van het
oude verrees.
Wij zullen thans de beschrijving van deze reeks bouw
werken beginnen met de oudste steenen brug van Neder
land, de zoogenaamde oude Maasbrug.
2. De oude Maasbrug.
Eigenlijk is het een sprookje, deze oude Maasbrug, of
liever was ze dat, want de veranderingen der laatste jaren
hebben haar deerlijk misvormd. Zij vereenigde bijna een
tegenstrijdig groot aantal schoonheidselementen in zich.
Aan den eenen kant bezat zij een stoere monumentaliteit
en Romaansche kracht, waarmee een zekere rust gepaard
ging, die nog geaccentueerd werd door den daaronder zoo
beweeglijk voortvloeienden Maasstroom. Maar tevens had
deze Romaansche brug iets ondanks het materiaal van
grijs verweerde Naamsche steen van een jonge beval
ligheid door het prachtige rythme van haar bogen, die in
breedte en hoogte naar het midden toenemend, aan de
brug die welvende, golvende lijn gaven, die van een bij
zondere sierlijkheid en ernstige voornaamheid was.
Met de seizoenen wisselde zij van vorm, deze oude en
toch ook weer eeuwig-jonge brug. 's Zomers, als het Maas
water effen-vlak wegzakte, werd zij hooger, ranker en ijler.
Haar rondbogen rezen omhoog, tot zij werden als wijd
opengeslagen triomfpoorten, waartusschen door een stukje
water, een brokje stad en een plekje hemel zichtbaar wer
den. Dan had zij iets van zomersche openheid en open
hartige blijheid. In den winter, als de Maasstroom meters
omhoog sprong en het water in nauw bedwongen geweld
zich onder de tongewelven doorperste, leek zij korter en
88