dat de kerk naar het woord van niemand minder dan Abraham Kuyper slechts is een vergaderplaats, waar het woord Gods van den kansel verkondigd wordt. Hier komt dus de kansel in de plaats van het altaar. Bij het Katholieke kerkgebouw daarentegen is het altaar „hoofd moment der bouwende gedachte" en het koor begin- en eindpunt van de lijnen van den geheelen bouw. Zoodoende is het katholieke kerkgebouw de ruimtelijke herschepping van de gedachte, dat de kerk de waarachtige woonplaats en tempel Gods is. De in 1732—1734 gebouwde Waalsche kerk accentueert juist door haar ligging tegenover de oude gothische Min- derbroederskerk het zoo even genoemde verschil. Zij maakt in architectonisch opzicht ook een poveren indruk. Wij noemen in dit verband ook nog terloops de in de Hondstraat gelegen Evangelisch-Luthersche kerk, hoewel deze nog in de^ vorige periode (17e eeuw) thuis hoort, daar ze in 1683-1684 gebouwd werd. Ook dit is een een voudig baksteenen gebouw, eenbeukig, dat bovendien een sober meubilair heeft. In de geheele 18e eeuw zijn in Maastricht geen katholieke kerken meer verrezen. Uit de 19e eeuw dagteekent de in 1858 gewijde St. Mar- tinuskerk, die door Dr P. J. H. Cuypers gebouwd werd en een oudere, 15e eeuwsche kerk vervangen heeft. Afgezien van enkele in deze periode gebouwde kerken in vroegere buitengemeenten, welke thans bij Maastricht ge annexeerd zijn, is de St. Martinuskerk de eenige kerk, die, opgetrokken in den stijl der neo-gothiek, uit de vorige eeuw dagteekent. In tegenstelling nu met de 19e eeuw, die veel gesloopt heeft en bijna geen enkele kerk heeft zien verrijzen, is de bouwbedrijvigheid door de sterke stadsuitbreiding en stadsuitleg in het eerste veertigtal jaren der 20e eeuw bij zonder toegenomen. Dit is niet alleen het geval, zooals wij in een volgend hoofd stuk zullen zien, met de wereldlijke en openbare gebouwen, doch ook met de kerkelijke bouwwerken. 85

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1943 | | pagina 100