verbouwing van het Rijnlandshuis, welke van 1657 tot '71 duurde. Hierbij kwamen de hal met de bespiegelde plafonds en de voor Post zoo typeerende opgang naar het bordes tot stand. Men behoeft slechts door de deuren aan de Breestraat naar binnen te zien om onder de bekoring van dit mooie voorhuis te komen. Van minstens zooveel belang is de rechtzaal of groote zaal, die de grootste bezienswaardigheid van dit huis uitmaakt. In deze zaal bevindt zich een schoorsteen met marmeren zuilen door Gerrit Bouwenszoon ge leverd en fraaie gebeeldhouwde lijsten met festoenen van den beeldsnijder Gerrit Goosman. De wanden zijn met goudleer bekleed. liet Weeshuis. Wie van het burchtterrein het weeshuis beziet, dat zich daar in zijn volle lengte vertoont, staat ver wonderd over den omvang van deze inrichting. De toenmalige pestepidemieën, waardoor het aantal weezen groot was, maakten een flink weeshuis nood zakelijk. Na het tenietgaan van het Vrouwengasthuis, vestigden de weezen, die aan de Breestraat gehuis vest waren, zich aan de Hooglandsche Kerkgracht. Het huis werd daartoe in 1604 en 1607 aanzienlijk verbouwd. Uit dezen tijd dateert de merkwaardige ingang met den eenigszins gotiseerenden ingang en de interessante sculptuur. Het huis breidde zich voortdurend uit door nieuwe aanbouwen, zelfs tot aan den Ouden Rijn, alwaar in 1680 de strenge gevel verrees met een mooien ingang, thans in gebruik voor drukkerij. Het Weeshuis, waarvan het archief met de goed ge conserveerde „caertboucken", waarin op perkamen ten bladen de bezittingen in kaart zijn gebracht, niet mag worden vergeten, is een bezoek overwaard. 81 Oud Leiden 6

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1943 | | pagina 99