We moeten het betreuren, dat deze plannen, waar van ons de groote kwaliteiten duidelijk zijn uit de in het gemeentearchief berustende copie, niet tot uitvoering kwamen. De Key werd opzij geschoven en dè verzorging van het gebouw werd aan stedelijke krachten overgelaten. Ongetwijfeld waren hier be kwame vaklieden zooals Jacob van Banchem en Jan Dirxz., die wij ook van elders kennen en nu het uitgevoerd ontwerp leverden. In de schaduw van den Haarlemse,hen buowmeester konden zij echter niet staan. Leiden heeft zich hier een goede kans voorbij laten gaan. Het Tuchthuis 1588. Zooals op zoovele gebieden was ook in de opvatting van de bestrijding der criminaliteit een nieuwe geest doorgebroken. De behoefte om, naast de straffen in donkere vochtige kerkers, ook iets te doen in posi tieven zin tot opvoeding van de maatschappelijke schipbreukelingen riep den bouw van tucht- of werk huizen in het leven. Het was in die dagen wel noodig, want aan armen was geen gebrek in Leiden. Het bekende rapport van 1677 over de armenzorg is hier van een sprekend getuigenis. Het terrein naast Gravensteen aan de Houtstraat werd voor het tuchthuis aangewezen doch tenslotte niet gebruikt. De bouw beperkte zich tot een kleinen aanbouw aan de Zuidzijde tegen den ouden gevan gentoren. Op den stadsplattegrond van Pieter Bast (1600) is deze aanbouw goed te zien. Het gebouwtje had enkele verdiepingen en totaal 18 kamertjes met elk 4 slaapplaatsen. De gevangenen moesten hier arbeid verrichten, waartoe de rekeningen den aan koop van „beukblokken" vermelden. Zij stonden onder strenge tucht, zooals het aanschaffen van geeselpalen en boeien, verzwaard met ketenen van 20 pond, wel illustreert. 58

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1943 | | pagina 70