HOOFDSTUK III
LEIDEN TEN TIJDE VAN HET
BELEG
]\let het beleg en ontzet van Leiden werd een roem
rijke bladzijde in Leidens historie geschreven. Reeds
in 1573 pakten zich donkere wolken boven onze stad
samen. Haarlem was gevallen, Alkmaar belegerd,
overal luidde de oorlogsklok. Leiden zou er niet van
verschoond kunnen blijven. De overheid nam al
spoedig maatregelen. Alle „buitengetimmerten"
moesten worden gesloopt en omgekapt. Niets mocht
het uitzicht van de wallen belemmeren of den vijand
tot nut of onderdak worden achtergelaten. De schu
ren verdwenen, de buitenkloosters werden afgebroken
en de boomgaarden omgehakt. De kerken werden tot
voorraadschuren en onderkomens ingericht om alle
voorraden van het land te bergen teneinde den
hongersnood, zoolang als mogelijk was, buiten de
poorten te houden.
Het eerste beleg, dat Valdez voor de stad sloeg, was
niet van langen duur. Reeds op 21 Maart trok Valdez
met zijn troepen af naar Brabant. Maar de stad zou
haar lot niet ontgaan. Zij zou haar steen tot de
vrijheidshistorie moeten bijdragen.
De Vroedschap had niet stil gezeten en zich in slaap
laten sussen. Er waren schansen gebouwd bij Valken
burg, Gouwsluis en aan de Zijl teneinde aan den
oprukkenden vijand weerstand te bieden. Het was
tevergeefs. Spoedig stond Valdez weer voor de
poorten van de stad en het volk van Leiden van hoog
tot laag zou aan den lijve ondervinden, welke offers
het zou kosten.
46