faly, haar opperkleed en kapoen aan het hof laten.
Zij leefden in afzonderlijke huisjes op de wijze,
zooals in hofjes en hielden zich vooral met het
onderwijs bezig.
Het mooiste voorbeeld in Leiden is het St. Agnie-
ten, groote of gefaliede begijnhof, in de 13e
eeuw ter plaatse van de huidige universiteits
bibliotheek gesticht. De huisjes stonden rondom een
kerk geschaard.
Deze kerk bestaat thans nog en is na verschillende
bestemmingen als Walekerk, bibliotheek, anatomie-
zaal, schermzaal en Engelsche kerk ten slotte als
boekenmagazijn van de universiteitsbibliotheek in
gebruik.
Reeds in 1393 lag aan het Pieterskerkhof naast
Gravensteen het Pieter Symons Begijnhof, dat
in 1400 toen het kerkhof vergroot moest worden,
naar de Houtstraat werd verplaatst. Deze plaats
werd verwisseld voor de Jozef steeg, later verdoopt
in Zionsteeg in de Vrouwekamp.
Het St. Pancras Begijnhof, gelegen aan de
Hooglandsche Kerkgracht was het minst bekend en
heeft geen sporen achtergelaten.
De Gasthuizen.
De verzorging van armen en zieken is in Leiden
evenals elders een van de grootste zorgen van het
stadsbestuur geweest. Armen en zieken trof men
altijd aan in allerlei schakeeringen. Het waren in
het bijzonder de oorlogen en epidemieën, welke
plotseling vele zieken met zich brachten, die on
mogelijk in de primitieve gasthuizen ter stede be
hoorlijk konden worden verpleegd. Schrikbarend
snel breidden zich ziekten onder de bevolking uit en
veroorzaakten een ware slachting. De zieken lagen
soms met meerderen in één bedstede. De geschiedenis
40