In het andere gedeelte van Marendorp, ten Oosten
van de Mare, lagen bij de stadsvest aan de huidige
Jan Vossensteeg de kloosters van de Zusters van
Abcoude en van Schagen, welke behoorden
tot de derde orde van St. Franciscus. Even ten
Oosten hiervan lag het klooster Nazareth, dat later
tot leprozenhuis werd ingericht.
Aan het Rapenburg lagen nog enkele aanzienlijke
kloosters, het Witte Nonnenconvent of
Jacopinessenklooster, bewoond door de Domi
nicanessen, waarvan de kerk tot op heden als
universiteit in gebruik is gebleven. Het werd om
streeks 1440 gesticht. De kerk was tweebeukig,
waarbij in den smallen zijbeuk een bidkoortje was
ingebouwd, terwijl zich achter in de kerk een
nonnengalerij bevond, waarop de nonnen ongezien
konden plaats nemen. Dit klooster moet, gezien de
thans naar de Lakenhal overgebrachte grafsteenen,
zeer in trek zijn geweest.
Een ander belangrijk klooster was dat van St.
Barbara, dat ook nog, zij het dan tijdelijk, als
universiteit in gebruik is geweest en later tot
Prinsenlogement werd verbouwd. In de Gouden
Eeuw werd het gesloopt en het terrein voor bouw
grond uitgegeven. Het was gelegen op den hoek van
de Langebrug en het Rapenburg.
Aan het Rapenburg lag voorts nog het St. Hiero-
nymusklooster, genaamd Roma, aanvankelijk
gesticht in een huis in de Jan Vossensteeg, waar
37