Er kwam toen aan de Oostzijde een nieuwe gevange nis bij, aansluitend aan de Donkere gracht, die in het verlengde van de Papengracht naar het Rapen burg liep. Dit gebouw bevatte een viertal groote, met dubbele tralies gebarricadeerde cellen, „diefgaten", die op een centrale ruimte uitkwamen. Deze ge vangenis is hoewel van buiten niet zichtbaar nog bijna ongeschonden aanwezig. Wie het Gravensteen bezoekt moet niet verzuimen hier een kijkje te nemen. Een der cellen is nog geheel ongeschonden, met het dubbele traliewerk voor het venster, de toegangsdeur met de zware grendels en het merkwaardige etensluikje, het „scaftgat", dat in een der gangen uitkomt. Het geeft een volledig beeld van een gevangenis uit dien tijd. In deze cellen zaten ze soms met tientallen tegelijk opgeborgen om voor den rechter te worden geleid. DE KERKELIJKE GEBOUWEN. De Kerken, In het silhouet van de middeleeuwsche stad vorm den de kerken met hun torens het meest sprekend element. Alles, wat het leven van de menschen beroerde, was aan de kerk gebonden. Het waren de groote gemeenschapshuizen, waarnaar de mensch altijd weer terugkeerde bij de groote en kleine evenementen van het leven. Blijdschap en droefheid werden ter kerke gedragen. Zij verklaren het uit bundig karakter dezer bouwwerken, waaraan de mensch alles schonk, geld en arbeid, tot bevrediging van zijn religieuze gevoelens. De kerken, zooals we deze thans kennen, zijn slechts de verkilde ommuringen van de middeleeuwsche pralende bedehuizen met de rijke altaren, beelden, kerkkronen en wandschilderingen, gemaakt in een 29

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1943 | | pagina 34