is gebleven. Hij vormt een der grootste bezienswaar digheden in den lande. Verscholen achter de be bouwing vormt hij voor eiken bezoeker een ware verrassing. De toestand, waarin de burcht de laatste jaren is komen te verkeeren, beantwoordt geenszins aan de zorg, waarop dit monument aanspraak mag maken. Het geboomte, een waardevolle stoffeering van elk monument, begint alles te overwoekeren en belem mert het mooie uitzicht, dat men van de weergang op de mooie kerken der stad heeft. De jeugd heeft op den burcht een ideaal speeloord gevonden, waar zij haar overmoed den vrijen teugel laat. Het stadsbestuur heeft begrepen dat dit verval niet verder mocht voortgaan. Al mogen thans de omstan digheden voor groote ondernemingen niet gunstig zijn, aan de restauratieplannen wordt met ernst ge werkt. De burcht moet eens weer een belangrijk centrum van Leiden worden. Gravenhof en Gravensteen. Het burggraafschap in zijn geheel met alles wat ertoe behoorde was den burggraaf in leen gegeven door de graven van Holland, die zelf ook te Leiden resideerden. Van Willem I en Floris IV, diens broeder, en van graaf Willem II weten we, dat zij er herhaal delijk verblijf hielden. Het grafelijke goed omvatte het oudste gedeelte van Leiden tusschen Rapenburg en Breestraat. Het be stond, behalve de open erven, zooals de krijthof en de hofsteden, uit de grafelijke woning, 'sGraven hof genaamd, met den grooten boomgaard en het er neven gelegen Gravensteen. Het Gravenhof, vermoe delijk dateerend uit de dagen van Willem n of mogelijk nog ouder, lag op het stuk grond, dat thans wordt omsloten door Pieterskerkhof, Lokhorststraat, 15

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1943 | | pagina 18