wellicht het kleinste in deze landstreek, zoo snel zou uitgroeien om spoedig een eereplaats te gaan in nemen in de rij van de Hollandsche steden? De omstandigheden gaven hiertoe gereede aanlei ding. Het Rijnland begon zich reeds in die dagen als een economisch-geographische zelfstandigheid af te teekenen. Het eens zoo woeste gebied, een aaneen rijging van moerassen en bosschen, waaraan ons de namen als Zoeterwoude en Hazerswoude nog herin neren, werd gecultiveerd, de wilde stroomen door dijken binnen banen gehouden, de lage landen ont waterd en in polderland herschapen. Het Hoogheem raadschap Rijnland, nog zoo vermaard in onze dagen, begon reeds toen onder begunstiging der Landheeren zijn zegenrijken arbeid. Het geheele gebied groeide tot een groot agrarisch reservaat, waar een rustige landbouwende bevolking zich kon neerlaten. Het natuurlijk centrum van dit gebied moest Leiden worden. Waar beide Rijnarmen elkaar ontmoetten en de Mare uit het Noorden en de Vliet uit het Zuiden de bindende levensaders vormden, was de aange wezen plaats, waar de markt voor dit gebied moest ontstaan. Reeds in de vroegste tijden moeten zich op de hoogere gronden aan de Breestraat de eerste be woners hebben neergezet. Hier bracht de boer zijn producten ter markt en werd het vee verhandeld. Hierheen voerden ook de war- moezeniers en vischverkoopers hun waren per vlet aan en ontstonden al in de oudste tijden visch-, boter- en aalmarkt aan de oevers van den Rijn, waar de zeilscheepjes met de punt naar den oever dicht aaneen gemeerd lagen. Hier deed de boer zijn in- koopen en vestigden zich de handwerkslieden en neringdoenden. Marktrecht en controle op maat en gewicht maakten een overheid met rechtspraak noodzakelijk. Zoo ontstond die typische agglomeratie, die zou worden tot een middeleeuwsche stad. 10

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1943 | | pagina 13