ten aan de Haarlemmerstraat, waar later de nu ook weer verdwenen „Mon Père" kerk zou worden ge bouwd. Deze waren alle aan de Paters toevertrouwd. Men kende ook twee wereldlijke staties, o.a. in de St. Jorissteeg, later naar de Appelmarkt overge bracht. In de St. Jorissteeg vestigde zich toen een andere katholieke kerk, welke van het huis „Livomo" aan het Utrechtsche Veer werd over geplaatst. Deze schuilkerk noemde men in de wan deling „de kachel", naar den kachelwinkel, welke aan de Hoogewoerd lag. Zoo vertoonde Leiden in deze eeuw een rustig aan zien. Op de wallen draaiden de molens, die door hun hooge plaats den wind in de zeilen hadden. De meeste, welke eerst van een eenvoudige houten constructie waren (standaardmolens), werden her bouwd tot hooge steenen molens. Talrijk zijn de teekenaars en schilders, welke zich door het harmonisch stadsbeeld getroffen aan den arbeid hebben gezet. Overvloedig is daarom het topografisch materiaal uit dien tijd.

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1943 | | pagina 112