HOOFDSTUK VI
LEIDEN IN DE 18E EEUW
D e 18e eeuw was geen tijd van groote gebeurtenis
sen. De eeuw van Leiden's grootheid was voorbij en
zou niet terugkeeren. De bevolking leefde rustig en
tevreden. De gegoeden woonden in de groote wonin
gen aan het Rapenburg, Breestraat, Oude Vest,
Heerengracht en Hooigracht. De arbeidende klasse
aan de smalle achtergrachten, waar de lange rijen
topgeveltjes zich spiegelden in het water. De Oranje-
en Uiterstegracht zijn hiervan thans nog aardige
voorbeelden. De werkklok van het stadhuis noodde
de stedelingen tot den arbeid en de klapperman ver
stoorde de rust van den avond met zijn: „de klok
heit tien".
Des nachts, nadat de poorten gesloten waren en de
sleutels onder escorte naar het stadhuis waren ge
bracht, deden de wachten de ronde door de straten.
Zoo leefde er in de stad, in bonnen, buurten en
Fig. 27.
86