84 Noord-Nederlandsch karakter hebben, versterkt ons nog in dezen twijfel. Wij weten nog altijd niet genoeg van de aardewerkfabricatie in Gouda, welke nog door Van Bleyswijck naast Amsterdam en Rotterdam wordt ver meld. Een aantal jaren geleden zijn daar de interes sante fragmenten van tegeltableaux, die toen met de voorzijde in een muur gemetseld zaten, met het jaartal 1606 en de signatuur H.V.B., gevonden. Wellicht is hier een werkplaats geweest waaraan wij aardewerk met rol werkornament, ook aan de achterzijde beschilderd, zou den kunnen toeschrijven. Zekerheid hierover is er ech ter niet, te meer daar men vóór 1621 geen plateel bakker daar ter plaatse kan aanwijzen. De overeenkomst met I.B. gemerkte tegeltableaux maakt de zaak niet eenvoudiger. Aan invoer uit Antwerpen blijft dan toch nog te denken. Als een criterium voor Zuid-Neder- landsch aardewerk wordt vaak een sterk citroengeel genoemd. Ook hier is de grens moeilijk te trekken. Meer zekerheid hebben wij sinds een aantal jaren over het groteskenornament, dat wij nooit als Noord- Nederlandsch hebben erkend, omdat er geen enkele scherf van in den bodem van ons land is gevonden. De kenners nemen thans wel algemeen aan dat dit soort van ornament als Zuid-Nederlandschen wel Antwerpsch buiten een beschouwing over de Noord-Nederlandsche ceramiek valt. Wel de oudste stukken, die wij kennen, ongedateerd, maar gelimiteerd door de vindplaats op de plek waar het ziekenhuis heeft gestaan van de in 1574 opgeheven abdij der Praemonstratensers te Middelburg, zijn de apothekerspotjes, zalfpotjes, afb. 4 in het Rijksmuseum te Amsterdam, die in de werkplaats van Joris Andriesz. of van Adriaen Ingelsz., die ter plaatse omstreeks 1565 werkten, kunnen gemaakt zijn 1Zij zijn respectievelijk met blauw en geel, blauw en mangaanpaars, en blauw, geel en mangaanpaars beschilderd op grijsachtig wit- x) Zie hierboven blz. 39.

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1943 | | pagina 89