80
geheel uitgesloten. Wij meenen deze stukken echter
toch aan het begin van onze reeks oude Noord-
Nederlandsche majolica te mogen plaatsen. Van de
schotels en borden is al evenmin veel gaaf bewaard
gebleven, al zijn er dan ook goede voorbeelden van
verschillende soorten in onze musea te vinden. De rijk
dom aan veelal zoo heel decoratieve patronen, die uit
de verschillende schervenvondsten duidelijk spreekt,
komt niet tot zijn recht, wanneer men alleen de goed
bewaarde schotels en andere voorwerpen bezichtigt.
Ondertusschen is het niet mogelijk scherven in afbeel
ding te doen spreken. De charme van de warme kleuren
tegen het zachte wit, de glans van het glazuur, de zacht
rossige of gelige scherf en daarbij de illusie die van
een brokje patroon met een trosje druiven, een oranje
appel en wat olijfgroene blaadjes en van den vorm van
een stukje voetring een gave schotel doet groeien, dat
alles kan men aan afbeeldingen niet beleven, evenmin
als de zeldzame groene kleur van het glazuur die een
achterzijde soms te zien geeft. Men moet zich eens rus
tig bezig houden met een uitgebreide vondst van scher
ven, zooals die in Leeuwarden, Rotterdam en Amster
dam in groote hoeveelheid, maar ook in veel andere
steden in de musea bewaard worden. Dan treft het hel
dere blauw van Italiaansche scherven naast de bekende
kleuren van enkele Italiaansche, maar meest toch van
schotels van Nederlandsch maaksel. Een rijke oogst is
het aan patronen en kleuren, maar helaas meestal
slechts zeer kleine fragmenten. Sommige schrijvers over
deze vondsten hebben naar de brokken geheele schotels
in teekening gereconstrueerd. -1) Men krijgt pas dan
een goeden indruk van de mooie patronen. Wij hebben
ditzelfde gedaan door voor onze vignetten eenige frag
menten als waren het ongeschonden schotels te laten
teekenen, zoodat zij naast de beter bewaarde stukken
hun plaats onder de afbeeldingen kunnen innemen. Uit
1) Zoo A. Hoynck van Papendrecht en N. Ottema.