jaren van het mooiste ..Delftsch" afleverde. Al dadelijk
treft ons een tweede bekende naam, wanneer Wouter
in het huwelijk treedt met Christina Lambregts Cruyck.
Uit hun huwelijk werden, behalve andere kinderen, twee
toekomstige plateelbakkers geboren, Lambertus en Sa-
muel, terwijl de dochter Judith trouwde met Adrianus
Kocx. De jongste zoon Samuel van Eenhoorn, voor
wiens rekening wel mee het fijnste blauwe „Delftsch"
komt, het werk met de „trek" en het merk heeft
ook een zoon Wouter, die hem echter niet opvolg
de, want in 1686 koopt Adrianus Kocx de plateel
bakkerij „de Grieksche A" van zijn schoonzuster, de
weduwe van Samuel van Eenhoorn. Blijkens een reke
ningpost van het Engelsche koningshuis van 1695 be
treffende betaling van ruim 1350 gulden aan Adrianus
Kocx2) te Delft voor „Dutch China", geleverd aan
wijlen de Koningin, terwijl zich thans nog in Hampton
Court groote vazen met het koningsmonogram van
Willem III en het merk bevinden, was Adrianus
Kocx de fabrikant van veel van het mooie blauw-
beschilderde aardewerk, dat door Havard aan Ael-
brecht de Keyser werd toegeschreven. Adriaan Kocx
overleed in 1701 en Judith van Eenhoorn was weduwe
geworden. Een zoon3) Pieter Adriaensz. Kocx, die
koopman in Rotterdam was, vestigde zich als zijn op
volger in Delft; hij stierf echter reeds in 1703. Aan
hem en zijn weduwe, die jaren nadien „de Grieksche
A" voortzette, meende Hudig het merk te mogen
U De „trek" is de omtrekteekening, die met donkerblauwe
tot zwarte verf, ook trek geheeten, werd aangebracht. Zie boven
blz. 24. Van Mander spreekt bij het plateelschilderen van den
Antwerpenaar Hans of Jan Floris van „trecken en schilderen".
2) „Adrianus Koekx of Delft" is een onjuiste schrijfwijze
of lezing van den naam Kocx of Kockz in het document.
3) Hij betaalde bij zijn intrede in het Sint Lucasgilde te Delft
als vreemd zijnde, maar was dan ook meerderjarig en reeds elders
gevestigd.
69