48
sche plateelbakker was een Haarlemmer, die zich enkele
jaren te voren in Delft had gevestigd, toen hij daar de
weduwe van een plateelbakker had getrouwd. Ook de
plateelbakster had door haar overleden man wel oude
relaties met Haarlem. De overeenkomst van het plateel-
bakkerswerk dat Gerrit Willemsz. vervaardigde, met
wat in Delft toen werd gemaakt, het vroege Delftsch,
spreekt uit dit contract. Wij willen thans naar Delft
gaan om ook daar de „geleyerplateelbackers", de voor
gangers der plateelbakkers, te leeren kennen.
In Delft is de eerste plateelbakkersnaam opgetee-
kend in de huwelijksregisters. Harman Pietersz., gebo
ren te Haarlem, noemt zich bij zijn tweede huwelijk in
1584 „platielbacker", terwijl hij als getuige in een acte
van 1602 „galeyse plateelbacker" heet. Men heeft in
zijn afkomst aanleiding gevonden te onderstellen dat
de kunst van plateelbakken van Haarlem naar Delft
is gebracht. Maar op de lijst der sinds 1613 ingeschre
ven Meesters in het eerste Meesterboek van het in
1611 opgerichte Sint Lucasgilde vinden wij als eersten
plateelbakker Egbert Jansz, die, komende uit het land
van Luik, in 1613 zijn meestergeld betaalde. En op de
daaraan voorafgaande lijst der plateelschilders komt
tusschen 1613 en 1616 Michiel Noutsz voor, die af
komstig van Antwerpen, in 1611 poorter te Delft was
geworden, zijnde „platielbacker oft tegelschilder", die
echter in 1615 reeds overleed. Op deze lijst staat Har
man of Harmen Pietersz. als eerste. Op hem volgt
Pouwels Bourseth, die reeds eerder uit Frankrijk was
gekomen. x) Het zou niet moeilijk zijn aan de hand
van de uitvoerige bespreking van Mr Van der Burgh
in Oud-Holland 1903 verslag te doen over de vroege
Delftsche plateelbakkers, die wel allen hebben gemaakt
wat wij oude Noord-Nederlandsche majolica noemen
en vervolgens het spreekt vanzelf de kwaliteit ge
heel met tinglazuur overtrokken, waarover wij bij de
1Hij kwam wel uit Rouaan, daar zijn huis „Rouaen" heette.