telgoed, waaronder ook de fijnere soort, de oude Noord-
Nederlandsche majolica, die in tegel- en gleibakkerijen
werd gemaakt. Terwijl wij op de afbeeldingen van den
Delftschen „gever" en „kwaarter" twee groote kaststel-
len, beide van zeven stuks, en allerlei ander vaatwerk
zien afgebeeld, zooals die in de Delftsche plateelbak
kerijen werden gemaakt, zien wij op het tegeltableau
dat immers een tegel- en gleibakkerij voorstelt, naast
tegels slechts schotels. Het verschil tusschen de plateel
bakkerijen en de tegelbakkerijen, dat wij ook aan het
aardewerk zelf kunnen aanwijzen, wordt ons verder
duidelijk door dit tableau nog nader met Paape's af
beeldingen te vergelijken. Terwijl de „gever" en de
„kwaarter" met kokers omringd zijn, ja de kokers zelfs
gebruiken om er hun planken en vat met glazuur op te
zetten, komen op het tegeltableau geen kokers voor en
staan er de opgestapelde met één omgekeerde afgeslo
ten schotels, en liggen er de tegels, gereed voor den
oven.