op een met tinglazuur overtrokken en met kleuren be
schilderd en in het volle vuur gebakken beeldje, een
Chineesje voorstellend, waarnaast wij ook een exem
plaar zonder glazuur, dus in de roodbruine kleur der
terra cotta, kunnen toonen, afb. 95. Wij zien hier met
een nog eens een bewijs dat ook andere fabrikanten dan
de speciale theepotbakkers met deze roodbruine aarde
werkten. Evenals bij de theepotten is het materiaal wel
steeds roodbruin van kleur, maar niet steeds van de
zelfde samenstelling. Sommige stukken zijn zeer hard
en porseleinachtig op het breukvlak, andere veel zach
ter; zoowel „steen" als steengoed dus. Dat een mede
werker van Boettger, E. von Tschirnhaus, Delft bezocht
en, naar hij zelf meedeelde, de zoogenaamde Porcelein-
fabrieken er nauwkeurig leerde kennen, wijst er wel op
dat de Delftsche industrie een rol van beteekenis in de
ontwikkeling der ceramiek heeft gespeeld.
168