van de porseleinfabriek te Meissen, de roode Chineesche trekpotten heeft nagemaakt en daarbij al een zeer hard steenachtig materiaal van „terra cotta" heeft weten te maken. Uit een en ander blijkt wel het belang van deze theepottenfabricatie in Delft. Er moeten daar heel wat theepotten vervaardigd zijn. Ary de Milde „meester theepottenbacker" noemde immers zelfs zijn huis „de gekroonde Theepot". Ook andere meester theepotbak kers zouden wij kunnen noemen, maar er is van hen geen werk bekend. Onze afbeelding van een theepotje van Ary de Milde laat zien hoe deze trekpotjes in relief waren versierd met een bloemtak en hoe zij nauwkeurige navolging zijn van hun Chineesche voorbeelden. Enkele trekpotjes komen voor met wat kleurige opwerking der bloem- takjes in email. Dat ook Boheemsche granaatjes daarbij zijn gebruikt, zooals men wel heeft willen aannemen, omdat een De Milde gemerkt potje met deze granaatjes versierd is, moeten wij, zoolang wij niet weten of dit potje inderdaad van De Milde is, of wellicht naar een theepotje van hem gemaakt, in het midden laten1). De trekpotjes met het merk van Jacobus de Caluwe onderscheiden zich door een lijnversiering van stippeltjes, die met een getand radertje is aange bracht 2) Ook andere voorwerpen zijn er in Delft uit „terra cotta" gemaakt, kleine schoteltjes van verschillenden vorm; voorts beeldjes, Chineesche zoowel als Europee- sche figuurtjes. Het merk dat wij op zooveel ver schillende soorten van Delftsch aantroffen, komt voor 1) Het is namelijk mogelijk dat onder de Chineesche thee potten die Boettger liet nagieten, zich een enkel potje van De Milde bevond, dat om zijn goeden vorm tusschen de Chineesche was geraakt. Vergelijk Oudheidkundig Jaarboek 1927 blz. 99 e.v. Rood steenen trekpotjes met het merk Ary de Milde door Minke de Visser. 2) Zie ons vignet. 167

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1943 | | pagina 172