A. en een paar maal zien wij eenige onbekende tee- de fijne zachte kleuren, vaak met groote zorg op mooi wit aangebracht, wel waardeeren. Eigenaardig is het dat er geen jaartal op een van de stukken, die wij kun nen bespreken, te vinden is. Slechts één keer een signa tuur, één keer een merk, dat ons bekend is, doordat het voorkomt onder de merken, die de plateelbakkers in 1764 bij de overheid deponeerden, voorts het merk kens. Dat is al. Naar de reden hiervan zouden wij slechst kunnen gissen. Het meeste van dit aardewerk zal wel na het midden der 18de eeuw gemaakt zijn. Van dien tijd zijn ook voor het overige Delftsch weinig data bekend. Maar het bijna totaal ontbreken van eenig merkteeken bij overigens zoo verzorgde stukken, terwijl nog in het jaar 1764 de plateelbakkers hun merken aan de overheid moesten opgeven, is wel eigenaardig. Bij onze bezichtiging van het aardewerk in deze tech niek in het Rijksmuseum hebben wij twee punten van aanknooping, die dit werk met bovenglazuurkleuren aan de voorafgaande groep verbinden. Het eerste, van technischen aard, is dat zoo nu en dan nog een smal randje in het glazuur gebakken blauw aantoont dat die stukken een overeenkomstige bewerking hebben onder gaan. Het tweede punt, dat het kannetje met deksel met het merk in het Museum in 's-Gravenhage, dat wij boven reeds noemden, een voorbeeld is dat reeds be trekkelijk vroeg de versiering in moffeltechniek werd aangebracht en dat twee schotels in het Rijksmuseum die nabootsing van Chineesch porselein zijn, het mono gram dragen, welk merk ons uit dezelfde groep be kend is, afb. 88. Deze schotels, waarop een figuur te paard is afgebeeld, begeleid door vier dienaren te voet, omlijst door een smalle randversiering, zijn wel haast precies nabootsing van wat men „familie verte" noemt; het palet vertoont geheel de kleuren van dat 158

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1943 | | pagina 163