bakkerij. Bij al deze en ook andere stukken is de
teekening in donkerblauwen „trek" aangebracht. De
schoteltjes zijn haast zoo dun en licht als porselein.
Bij het werk dat voor Willem III werd gemaakt moe
ten eenige zeer groote tegels in het Rijksmuseum en
in particulier bezit, waarvan een het merk draagt,
worden genoemd met een versiering met lambrequin-
ornament, die gevolgd is naar een deel van een gravure
van Daniël Marot, ontworpen ter verheerlijking van
den stadhouder-koning. Zij zijn vermoedelijk ook voor
Hampton Court palace vervaardigd1). In de plateel
bakkerij van Adrianus Kocx zijn voorts pyramiden of
tulpenvazen, tulpenhouders, gemaakt met grootendeels
Chineesche motieven, opgebouwd als pagoden, maar
toch geheel Delftsch van vorm en details. In de col
lectie van het Rijksmuseum bevindt zich geen ge
merkt exemplaar. Wel echter in Londen in het Victoria
and Albert Museum, terwijl in het Museum für Kunst
und Gewerbe in Hamburg het onderste gedeelte van
zulk een pyramide eveneens met merk A~ bewaard
wordt2). Onze voorbeelden van pyramiden zijn één
van twee groote tulpenhouders, afb. 46, gemerkt
een merk dat men zonder bewijs als J. van der Laen
verklaart en een grootere, afb. 47, die ongemerkt is.
Dat een zelfde soort van potten of pullen met Chi-
neesch patroon en zoogenaamde Fransche punt zoowel
als fK is gemerkt, is tenslotte nog weer een be
wijs voor den nauwen samenhang tusschen deze mer-
1) T.a.p. afb. 209, vergelijk afb. 210.
2) In het Museum van Oudheden te Groningen bevindt zich
een kleine pyramide, tulpenhouder, van Chineesch porselein met
het merk AK. Het is duidelijk dat dit Chineesche stuk naar een
voorwerp uit de plateelbakkerij van Adrianus Kocx is nagemaakt.
Zie Burlington Magazine 1928 blz. 312 e.v.
123