van Eenhoorn. Het decor herinnert evenals bij Ro- chus Hoppesteyn, wiens wit zelfs nog iets blauwer is, soms nog aan motieven uit de Chineesche Ming- dynastie. Wij wijzen op theebussen met bloemdecoratie of figuren, waarvan een groote vierkante met zwarten „trek" en fijne, als trillende, teekening, gemerkt zich in het Rijksmuseum bevindt, afb. 43, terwijl een exemplaar, dat zijn deksel nog heeft behouden, in het Gemeente Museum in 's-Gravenhage is. Andere stukken van deze soort in het Rijksmuseum zijn flesschen, elk met vier verheven liggende medaillons, versierd met Chineesche landschapjes en randen en met zwarten „trek". Wij komen thans tot het aardewerk, dat vervaardigd is in dezelfde plateelbakkerij, „de Grieksche A", nadat Adrianus Kocx als eigenaar den overleden Samuel van Eenhoorn was opgevolgd. Kocx was immers gehuwd met Judith van Eenhoorn, Samuel's zuster, en dus een zwager van Samuel. Uit de bovenaangehaalde post in de rekeningen van het Engelsche koningshuis is hekend, dat kort voor 1695 een betaling voor „Dutch China" geleverd aan de overleden koningin is gedaan ten gun ste van Adrianus Kocx te Delft. Ook spraken wij reeds over de vazen in Hamptoncourt met het merk dat ook nog op twee overeenkomstige vazen aldaar voorkomt. Het merk is hier dus zeker het fabrieksmerk, dat Adrianus Kocx op zijn aardewerk placht te doen plaatsen. In het Rijksmuseum te Amsterdam bevindt zich geen soortgelijke vaas. Ondertusschen sluiten de twee kleine en twee grootere schoteltjes met Chineesch bloempatroon, afb. 41 2), zich geheel aan bij het scho teltje met het merk van Samuel van Eenhoorn's plateel- 1) Afbeelding in Old Dutch Pottery and Tiles pl. XXI fig. 32; zie Review of the principal acquisitions during the year 1925 of the Victoria and Albert museum, blz. 15 en Minke de Visser in Burlington Magazine December 1928 blz. 312 e.v. 2) Zie ook Hudig, Delfter Fayence afb. 99. 122

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1943 | | pagina 127